Home / Energietransitie / Energievoorziening / Warmtesysteem
Warmtesysteem
Het verwarmen van gebouwen en tapwater met aardgas mag vanaf 2050 niet meer. Daarom werken we aan alternatieve warmtesystemen. Een voorbeeld hiervan is het stadswarmtenet. Nieuwe en bestaande bronnen, zoals aardwarmte en restwarmte, voeden dit net. Rotterdam heeft een goede startpositie. We beschikken over veel warmtebronnen en de gemeente zet al vanaf 2006 in op warmtenetten. Nu is het zaak om het warmtenet uit te bouwen en het aantal duurzame warmtebronnen uit te breiden, zodat we steeds meer woningen en gebouwen kunnen aansluiten. De WAT-kaart geeft per buurt aan wat het beste alternatief voor aardgas is. In samenwerking met het bedrijf TNO scherpen we deze kaart aan.
Wat hebben we al gedaan?
De verdere ontwikkeling van het warmtenet is uitdagend. In 2006/2007 heeft de gemeente enkele concessies uitgegeven voor de aanleg, het beheer en de exploitatie van het net in een deel van Rotterdam. De tijd heeft echter niet stilgestaan. Daarom zijn we in gesprek met warmtebedrijven en ontwikkelaars om te bepalen wat de beste routerichting de toekomst is. Dat is extra van belang in het licht van de nieuwe Wet collectieve warmtevoorziening (Wcw).
Als gemeente zijn we vaak te vinden op het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat in Den Haag. Meedenken over goede randvoorwaarden op landelijk niveau is belangrijk. Onze kennis en ervaring met het aardgasvrij maken van wijken wordt door het Rijk gewaardeerd bij het opstellen van wet- en regelgeving en financiële instrumenten.
De Nieuwe Warmte Weg (DNWW) voorziet het warmtenet van restwarmte uit het havengebied en van Afval Verwerking Rijnmond (AVR). Deze leiding was in handen van Warmtebedrijf Rotterdam (WbR), maar is in het najaar van 2022 verkocht aan Vattenfall.
Welke projecten lopen nog?
De gemeente werkt aan een slimme strategie voor de ontwikkeling van het warmte- en koude-systeem in Rotterdam. Daarin stellen we de publieke belangen veilig, gaan we in op de uitdaging om boven- en ondergronds voldoende ruimte te vinden en maken we duidelijk wat de financiële gevolgen van keuzes zijn.
Daarnaast bereiden we ons voor op nieuwe wetgeving die in 2025 wordt verwacht: de Wet collectieve warmtevoorziening (Wcw) en de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (Wgiw).
Deze nieuwe wetgeving brengt veel werk met zich mee. Zo moet een Kavelplan worden vastgesteld dat Rotterdam verdeelt in warmtekavels. Een warmtekavel is een afgebakend gebied waarvoor de gemeente een warmtebedrijf aanwijst dat alle gebouwen in de kavel moet aansluiten op een warmtenet. Ook het aanpassen van alle lopende concessies, overeenkomsten en contracten aan de Wcw is een flinke klus. Op dit vlak zullen we dus nog wat beleid moeten vaststellen. Toekomstige beleidsdocumenten:
- WAT-kaart 3.0 - inzicht in warmtevraag, alternatieven voor aardgas (2025).
- Rotterdams Kavelplan (2025).
- Bronnen- en infrastructuur strategie (2025).
- Transitiepaden (2025).
- Warmteprogramma 2026 (2026).
Wat staat ons nog te doen?
De komende jaren is het van belang het warmtenet uit te bouwen en te verduurzamen. Dat vergt andere wetgeving én flinke investeringen in nieuwe bronnen, de aanleg van infrastructuur, het isoleren van gebouwen en het vervangen van bestaande aardgasaansluitingen door een schoon alternatief. Hiervoor is een bijdrage van het Rijk onmisbaar.